De meeste camcorders en fotocamera's voor de consumentenmarkt bevatten CMOS-beeldsensoren waarmee het opgenomen beeld niet in één keer, maar voortschrijdend wordt belicht. Als gevolg daarvan kan het beeld onscherp worden als de camera sterk beweegt tijdens een opname of als een snelle beweging wordt opgenomen. Daardoor kan het beeld er onregelmatig of vervormd uitzien. iMovie heeft een rollende-sluiterfunctie waarmee u deze bewegingsonscherpte kunt verminderen.
Onscherpte corrigeren die door het rollende-sluitereffect is veroorzaakt
Klik in de projectkiezer dubbel op een videofragment of selecteer meerdere videofragmenten en klik vervolgens dubbel.
-
Schakel in het infovenster dat verschijnt het aankruisvak 'Verminder bewegingsonscherpte' in en kies vervolgens een correctieniveau uit het venstermenu 'Hoeveelheid'.
Kies 'Normaal' voor beeldmateriaal van een niet-professionele camcorder. Kies 'Hoog' of 'Extra hoog' voor beeldmateriaal van een Flip-camcorder of een mobiele telefoon waarmee video kan worden opgenomen.
Als de geselecteerde fragmenten nog niet zijn geanalyseerd voor stabilisatie, worden ze eerst geanalyseerd en wordt vervolgens de rollende-sluiteronscherpte gecorrigeerd.
Klik op 'Gereed'.
Om het correctieniveau te beoordelen, speelt u het fragment af door in de projectkiezer de afspeelkop (de rode verticale lijn) voor het fragment te plaatsen en vervolgens op de spatiebalk te drukken. Druk nogmaals op de spatiebalk om het afspelen te stoppen.
Als het fragment sterker moet worden gecorrigeerd, herhaalt u de stappen 1 tot en met 3 en kiest u deze keer een hoger correctieniveau uit het venstermenu 'Hoeveelheid'.
Meer informatie over het analyseren van videomateriaal voor stabilisatie, een proces waarbij onrustige beweging in een video wordt gecorrigeerd, vindt u in het volgende onderwerp: Trillende videofragmenten stabiliseren.